Algemeen

Belangrijke data

1 oktober: start inschrijving doorstroomtoetsen
15 november: sluiting inschrijving
Tussen 10 en 31 januari: leerlingen ontvangen voorlopig schooladvies (uiterlijk de dag voor toetsafname)
29 januari t/m 16 februari: afname doorstroomtoets (ook voor DOE-braille en DOE-slechtziende toets)
17 februari tot en met 9 maart: inhaalperiode
Uiterlijk 15 maart: rapportage uitslag doorstroomtoetsen bij scholen
Uiterlijk 24 maart: leerlingen ontvangen definitief schooladvies
Tussen 25 en 31 maart: aanmeldmoment leerlingen bij voortgezet onderwijs*

Als er een medische of persoonlijke reden is waarom de leerling de doorstroomtoets niet kan maken in de reguliere afnameperiode, dan kan de leerling de toets inhalen binnen drie weken na de reguliere afnameperiode. Is dat ook niet mogelijk,  dan hoeft de leerling de toets niet te maken. Daarbij overlegt de school met de ouders en de leerling (indien mogelijk). Het voorlopig schooladvies blijft dan het schooladvies, zonder eventuele heroverweging of bijstelling.

*) Omdat in de aanmeldweek 2024 enkele vrije dagen vallen, mogen scholen aan ouders de mogelijkheid bieden om hun kind vóór 25 maart aan te melden bij het vo. Eerdere aanmelding betekent geen voorrang; alle leerlingen die uiterlijk 31 maart bij het vo zijn aangemeld, worden door het vo beschouwd als gelijktijdig aangemeld. Lees hier de Kamerbrief van minister Paul.

Schooladvies

Uiterlijk 31 januari* ontvangen groep 8’ers het voorlopig schooladvies. In het schooladvies staat welk niveau middelbare school het beste past bij de leerling. (Het voorlopige schooladvies mag door de school ook eerder worden gegeven. Maar dan moet de school dat advies later wel opnieuw checken, zodat het aansluit bij de actuele ontwikkeling van de leerling.)
*) Bij eerdere afname uiterlijk de dag voor toetsafname; digitale doorstroomtoetsen kunnen worden afgenomen vanaf 29 januari t/m 16 februari.

Na het ontvangen van het toetsadvies van de doorstroomtoets, wordt het voorlopige schooladvies heroverwogen.

  • Is het toetsadvies hoger dan het voorlopige schooladvies:
    dan wordt het schooladvies naar boven bijgesteld. Alleen als het niet in het belang is van de leerling, wordt het schooladvies niet, of niet volledig, naar boven bijgesteld. De school moet dan motiveren waarom dit zo is. Geeft het voorlopig schooladvies praktijkonderwijs (pro) aan en het toetsadvies pro/vmbo bb, dan mag het schooladvies worden heroverwogen. Maar dat is niet verplicht.
  • Is het toetsadvies lager dan het voorlopige schooladvies:
    dan mag het schooladvies niet worden bijgesteld.

Zie ook de handreiking schooladvisering die leerkrachten ondersteunt om tot een schooladvies te komen.

Toetsadvies

Het toetsadvies is een advies voor het best passende vervolgonderwijs. Het wordt berekend op basis van de toetsscores van de leerling op alle drie de onderdelen van DOE: Rekenen, Taalverzorging en Lezen. Door de overheid zijn er zes toetsadviezen vastgesteld:  van praktijkonderwijs/vmbo bb tot en met vwo:

  • pro/vmbo bb
  • vmbo bb/vmbo kb
  • vmbo kb/vmbo gl-tl
  • vmbo gl-tl/havo
  • havo/vwo
  • vwo

Welk advies de leerling krijgt bij welke toetsscore, bepalen we door doorstroomonderzoek. Hierbij  wordt gekeken op welk niveau eerdere leerlingen met een bepaalde score op de eindtoetsen, zijn uitgekomen in het derde schooljaar van het voortgezet onderwijs.

Hoe andere leerlingen in hetzelfde jaar hun doorstroomtoets hebben gemaakt, is niet van invloed op het toetsadvies van de leerling. En ook niet op het bepalen van de grenswaarden voor de toetsadviezen. In technische termen: er is geen sprake van een relatieve normering. Ook de percentages leerlingen die een bepaald toetsadvies krijgen, staan niet van tevoren vast. Ze verschillen van jaar tot jaar.

Normering

De vergelijkbaarheid van doorstroomtoetsresultaten, de normering, wordt jaarlijks vastgesteld door het College voor Toetsen en Examens. Zij zijn ook verantwoordelijk voor het bewaken van de kwaliteit van doorstroomtoetsen. Wil je meer hierover weten? Ga dan naar deze webpagina.

Beoordeling

De Inspectie voor het Onderwijs kijkt ook naar doorstroomtoetsresultaten voor het beoordelen van leerresultaten op scholen. Niet naar de gemiddelde doorstroomtoetsscores, maar naar behaalde referentieniveaus voor taal en rekenen over drie schooljaren.

In het schooljaar 2023/2024 worden de leerresultaten beoordeeld op basis van de eindtoetsen van 2021, 2022 en 2023. Op verzoek van de school worden vanaf half maart de resultaten op de doorstroomtoets 2024 bij de beoordeling betrokken.

Ga voor meer informatie naar de website van de Inspectie.

Inhoud van de toets

Als toetsontwikkelaar kunnen we zelf bepalen uit hoeveel toetsopgaven DOE bestaat, het type opgaven en de manier waarop getoetst wordt (mondeling, papier, digitaal). Maar voor de inhoud gelden wettelijke eisen. Die staan beschreven in de Toetswijzer doorstroomtoetsen po en het Beoordelingskader doorstroomtoetsen. Meer weten? Kijk hier.

In het Beoordelingskader staat dat moet worden getoetst op basis van referentieniveaus. Referentieniveaus geven aan wat een leerling weet en kan op het gebied van taal en rekenen. Je vindt de referentieniveaus terug op de leerlingrapportage. Referentieniveau 1F staat voor het eindniveau dat leerlingen in groep 8 moeten beheersen. Heeft een leerling 1F nog niet behaald? Dan staat er ‘bijna’ voor 1F. In het voortgezet onderwijs kan hieraan verder worden gewerkt. Zijn leerlingen al verder dan 1F, dan wordt dat aangegeven met 1S voor Rekenen en 2F voor Lezen en/of Taalverzorging.

Kijk hier voor meer informatie in het Referentiekader taal en het Referentiekader rekenen.

Deze website maakt gebruik van functionele cookies die ervoor zorgen dat de website naar behoren functioneert. En cookies om herhaalbezoeken te onthouden. Meer informatie.